De natuur is geen studio: als natuurfotograaf heb je het licht niet onder controle, waardoor je onderwerp er bijvoorbeeld niet uitspringt of zelfs lelijke harde schaduwen krijgt. De plaatjes zitten wel in je hoofd, maar ze rollen niet uit de camera. En wat er wel uitrolt voldoet niet aan je verwachtingen. Hoe kan het dat je bij andere fotografen die foto’s wél ziet?

Stel dat je wel volledige controle over het beschikbare licht had, je beweging kunt bevriezen of accentueren en perfect belichte beelden hebt? En dat je zelfs kunt spelen met de richting en hoeveelheid licht en allerlei creatieve foto’s kunt maken.

In veel gevallen ligt de oplossing in het gebruiken van je flitser. Hierdoor krijg je controle over het licht. Maar flitsen: hoe doe je dat? Je flitser goed instellen is nog niet zo eenvoudig en je wilt ook niet alles plat flitsen….

Zeven bekende natuurfotografen die hun flitser(s) regelmatig of zelfs altijd gebruiken hebben al hun kennis en ervaring gebundeld. In deze praktijkgids zetten zij alles op een rij wat je wilt en moet weten over flitsen. Met veel praktijkvoorbeelden laten ze zien hoe je de flits op talloze manieren kunt inzetten om beter belichte foto’s te krijgen.

Na het lezen van dit boek weet je precies hoe je moet flitsen in welke situatie en hoe je flitser je vriend kan worden, zodat de foto’s die je wilt maken, wél uit je camera rollen.

GEGEVENS
Titel:                         Flitsen – Praktijkgids voor natuurfotografen
Uitgave:                   Softcover, gebonden en genaaid, full-colour
Formaat:                 230×230 mm
Aantal pagina’s:     192
ISBN:                       9789079588220